Rio de Janeiro-Quito > Manaus-Cartagena > naar Caracas en verder
De Orinoco oversteken

30-3-1999

Vanaf Ciudad Bolivar gaan we vandaag naar de grot Cuevas del Guacharo. Bij Ciudad Guayana gaan we met de ferry de Orinoco over. Op en rond de ferry wemelt het van de verkopers, vooral van zonnebrillen en zwembandachtige attributen.
Via Maturin en Guanaguana komen we aan het eind van de middag aan bij de Cuevas del Guacharo.

Cuevas del Guácharo

[30-3-1999]

We overnachten bij de Cuevas del Guácharo, de grot genoemd naar de Guácharo. De guácharo is een vogel die in het Engels ‘oilbird’ heet. De guácharo woont in het donker binnen in de grot. ’s Avonds als het donker is, vliegt hij uit op zoek naar eten. Om ongeveer 4 uur ’s morgens, nog steeds in het stikdonker, vliegt hij weer terug naar huis.
’s Avonds slaan we het uitvliegen gade. Massa’s en massa’s vogels blijven uit de grot komen (er huizen zo’n 10-15.000 in de grot). Net als vleermuizen gebruiken de guácharo’s een soort sonar-systeem om in het donker hun weg te vinden. De enige vogelsoort die dat doet voor zover bekend. Ze zijn niet mooi om te zien, saai grijs bruin en een beetje nachtzwaluwachtig. Maar waarom zouden ze ook mooi zijn als toch niemand ze ziet.

Alexander von Humboldt

[30-3-1999]

De beroemde ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt heeft de grot in 1799 bezocht en dat verdient hier een standbeeld. Het is weer eens iets anders dan het zoveelste standbeeld van Simon Bolivar.

Caracas

[31 maart en 1 april 1999]

Foto: de enige foto van Caracas, t.w. een buitenwijk vanuit de truck. Geen camera mee de stad in!

Op 31 maart rijden we vanaf Cuevas del Guacharo via San Antonio, Cumana, Santa Fe, Puerto La Cruz en El Guapo naar Caracas, de hoofdstad van Venezuela. Daar komen we, ook omdat het verkeer in Caracas erg vast staat, pas tegen achten bij het hotel aan. Omdat de stad niet echt veilig is, eten we zo dicht mogelijk in de buurt.

De volle vrije dag in Caracas is een heel bijzondere dag. Hoe bijzonder ontdekken we als we ‘s morgens op pad gaan om geld te wisselen. Het wisselkantoor is dicht, de bank die we eerst niet kunnen vinden ook. Een ontbijt hebben we nog kunnen vinden, maar verder is alles dicht, dicht en nog eens dicht. Onderweg informeren we wat er aan de hand is. Het is de week voor Pasen, die hier (en in heel Zuid Amerika) gevierd wordt als Semana Santa. De donderdag in die week (de dag voor Goede Vrijdag), is een feestdag waarop alles dicht is. Net als in Rio moeten we ook in Caracas alle musea en binnenbezienswaardigheden missen. Nu niet vanwege carnaval, maar vanwege (bijna) Pasen.

Zelfs Bolivar heeft vrij

Met de metro gaan we naar Plaza Bolivar in het oude centrum. Daar is het, ook al is veel dicht, leuk om rond te lopen. Overal zijn mensen aan het genieten van hun vrije dag. De kathedraal aan het plein is als enige wel open en daar is het werkelijk stampvol met mensen. Simon Bolivar is er ook, niet in levende lijve, maar als beeld in een aan hem gewijde kapel. Verder zit hij op de plaza trots op zijn paard, liggen zijn stoffelijke resten iets verderop in het Pantheon Nacional, staat zijn geboortehuis één blok van zijn Plaza vandaan en is naast zijn geboortehuis het Bolivar museum. Maar ook Bolivar heeft vrij vandaag. Pantheon, geboortehuis en museum zijn allemaal dicht. Op deze manier kan je heel wat bezienswaardigheden op een dag doen en nog bijtijds thuiskomen.
Goed ding in Caracas is de perfecte ontvangst van een klassieke zender op onze wereldontvanger. We zetten om de muziek goed te horen zelfs de airco uit. Eén van de goede gevolgen van de grote vlucht Duitsers naar Zuid Amerika.

Naar Carora

[2-4-1999]

Foto: het is niet alleen maar natuurschoon; onderweg naar Carora.

Vandaag van Caracas, via Valencia en Barquisimoto naar Carora. Het is geen spectaculaire rit, maar een snelweg met bergen in de verte. Grijze lucht, af en toe regen.

Carora
Capilla El Calvario
Caimara Chico

[3-4-1999]

Foto: drukte op het strand van Caimara Chico.

Vandaag rijden we van Carora naar Caimara Chico aan de Caribische kust. Vanwege het Paasweekeinde is het hier ontzettend druk, terwijl het strand eigenlijk vies en niet bijzonder is. We overnachten in een soort hutjes waar je je hangmat in op kan hangen. Er zijn veel hutjes en veel hutjes zijn bezet. De hutjes zijn open en naast ons zit een gezin dat zijn geluidsboxen mee heeft genomen en op volle sterkte sambamuziek afspeelt. Niet echt mooi, maar voor mij wel handig. Op het onoverzichtelijke hutjesterrein kan ik in het donker nooit vinden in welk hutje ik woon. Dankzij de buren luister ik nu waar ik woon. Overigens is zulke harde muziek voor hier heel normaal, en is er niemand die dat verkeerd vindt of zich eraan stoort.

naar volgende pagina:
volgende: P.N. Tayrona