[19-4-1999]
Van San Augustin rijden we naar Popayan, waarbij de route dwars door een natuurpark in de Centrale Cordillera gaat. Prachtige uitzichten, maar vooral ook een prachtige begroeiing. Het gebied is altijd nat en regenachtig en op flinke hoogte (ongeveer 2000 m), waardoor er bijzondere planten kunnen groeien. Namen kunnen we niet geven, maar het gebied ziet er heel bijzonder en (door het mistige en vochtige groen) mooi spookachtig uit. Heel veel bloemen onderweg en grote stukken aaneengesloten vegetatie zonder verstoring door bebouwing of akkerbouw.
[19-4-1999]
Op advies van de Britse ambassade stoppen we op de route vandaag zo weinig mogelijk vanwege de (kleine) kans op guerrilla activiteiten.
De lunch maken we in de truck klaar en eten die daar ook op. De motor blijft draaien zodat we bij eventueel onraad direct weg kunnen rijden. Toch absoluut geen onveilig gevoel.
[19 en 20-4-1999]
Foto: Iglesia de Santo Domingo.
Zoals op de meeste plekken hebben we ook in Popayan te weinig tijd om alles te bekijken. Op de dag van aankomst hebben we nog net tijd voor het Museo de Historia Natural. De volgende ochtend hebben we voor vertrek nog twee uur om in de historische binnenstad rond te kijken. De koloniale gebouwen zijn na de zware aardbeving van 1983 weer prachtig gerestaureerd. Nergens is een storend nieuw gebouw ergens tussen gezet en de firma-aanduidingen op gebouwen zijn in niet-opdringerige goudkleurige letters. Dit staat in schril contrast met de verkeerde aanpak in de Nieuw Zeelandse art-deco steden.