Santiago-Rio de Janeiro > Santiago-Vuurland > Torres del Paine
Torres del Paine

[16 en 17-1-1999]

Vanaf Perito Moreno en Calafate gaan we Argentinië uit en Chili weer in, voor een bezoek aan het natuurpark Torres del Paine. Een prachtig park met veel meren, watervallen en uitermate steile piekbergen die onbegroeid en besneeuwd zijn. Je kan er mooi wandelen (en heel goed verdwalen). Voor eendaagse wandelaars is er één erg populaire dagtocht. Aangezien alle bezoekers besluiten die tocht te doen loop je in colonne naar boven, staat met 50 andere mensen het overigens hele mooie uitzicht te bewonderen en loopt ook weer en masse terug.
Wij kiezen daarom voor een veel kortere wandeling langs de waterval Salto Grande naar het Lago Nordenskjold met op het eind een prachtig uitzicht op een paar grote bergtoppen. Daar genieten we een uur lang samen van ons uitzicht zonder dat er iemand anders is. Het weer hier staat bekend om zijn veranderlijke en vaak onaangename karakter, en dat vergeten we ook niet meer. Het is wel droog en tamelijk helder, maar er staat zo’n harde storm dat je af en toe stilstaat omdat je niet tegen de wind inkomt. Zonnepetjes, zonnebrillen, alles waait af. Als je niet oppast waaien je boterhammen weg voor je ze op kan eten!

Bergen achter de vlakte
foto-serie Torres del Paine [1/7]
Guanaco-s
foto-serie Torres del Paine [2/7]
Weg door het park
foto-serie Torres del Paine [3/7]
Grijszwart en grillig
foto-serie Torres del Paine [4/7]
Bergen bij Lago Pehoé
foto-serie Torres del Paine [5/7]
Dal
foto-serie Torres del Paine [6/7]
Guanaco-s
foto-serie Torres del Paine [7/7]
Naar Punta Arenas

[18-1-1999]

Foto: de oude haven van Puerto Natales.

Vanaf Torres del Paine rijden we naar het eind van de wereld. De lange wegen naar het zuiden worden alleen onderbroken door nederzettingen van een paar hutjes met een restaurantje.
In Puerto Natales stoppen we voor de lunch en vanaf daar regent het de rest van de dag. Punta Arenas is de meest zuidelijke plaats in Chili. Vroeger ten tijde van de eerste kolonisten was de plaats een bezige handelsstad met veel wol- en leerindustrie en een drukke haven. Nog steeds tref je mensen van veel verschillende nationaliteiten aan, en ook de straatnaam “Avenida Yugoslavia” getuigt daarvan. In de stad zijn enorme huizen overgebleven van enkele rijk geworden kolonisten. Die huizen zijn nu in gebruik als museum, cultureel centrum of hotel. Om mensen nu naar het verre zuiden te lokken is het gebied gedeeltelijk belastingvrij gemaakt. Echt aantrekkelijk om te wonen lijkt het toch niet. Het is hier hoogzomer, maar toch heb je een trui voor de kou en een jas voor de regen nodig, en vrijwel altijd stormt het. In de winter moet het hier vreselijk zijn.

naar volgende pagina:
volgende: Vuurland