Wereldreis, Afrika: brief 2
Oversteek naar Afrika
[11 oktober 1996]
Vanmorgen zijn we aangekomen in Afrika, nu gaan we echt beginnen! Vrijdag 11 oktober zijn we na drie dagen Frankrijk en drie dagen Spanje tot aan Algeciras in Zuid-Spanje gekomen. De laatste twee dagen in Spanje waren qua landschap erg mooi en na zes nachten zijn we al aardig ingesteld geraakt op het wild kamperen.
De laatste avond in Spanje houden L. en W. (de reisbegeleiders) een korte inleiding over Afrika; de malaria, en hoe te onderkennen dat je het hebt, de diarree die ongetwijfeld gaat komen, en de besmettelijkheid daarvan, de noodzakelijk hygiëne om besmetting te voorkomen (we wassen zeer gedisciplineerd handen voor het eten) en de noodzaak van truckbewaking en andere veiligheidsaspecten. Na het praatje bekruipt me wel even de twijfel of ik wel voor dit soort reizen gebouwd ben! Gelukkig is dat gevoel de volgende ochtend wel weer over.
Met de boot steken de over van Algeciras naar Ceuta (spreek uit: Sijoeta) een belastingvrije Spaanse enclave waar we 700 liter diesel inslaan en proberen onze pesetas in te wisselen voor dirhams. Als de wisselaar eindelijk berekend heeft hoeveel dirhams we zouden moeten krijgen blijkt dat zijn dirhams op zijn en gaat het feest niet door.
Aankomst Marokko
Het passeren van de Marokkaanse grens gaat relatief soepel. Al na anderhalf uur gaat de slagboom open, zonder dat één rugzak uitgepakt hoefde te worden. Ook voor het passeren van de grenzen zijn we geïnstrueerd: niet fotograferen, een beetje onderdanig en vooral vriendelijk doen, niet met z'n allen lachen om iets want dan denken ze dat je ze uitlacht en vooral geen initiatief tonen. We doen allemaal braaf ons best.
Martil, met toevallig een Berbermarkt.
Over de grens is het gelijk anders. Het eerste wat opvalt is dat overal plastic ligt, verder zie je vage tentjes met mensen erbij, we zien kamelen (eigenlijk dromedarissen, ze hebben 1 bult) en de plaatsjes zijn echt anders. Wit met blauwe huizen, geen enkele vorm van bestrating en overal handel op straat. De eerste dagen in Marokko staan we op campings. De eerste camping (en dat gaat ook voor de andere gelden) stelt werkelijk niets voor, maar we zijn reuze blij met douches. De douches zijn kranen die op twee meter hoogte zitten, zodat je (als het meezit en er water is) onder de koud waterstraal kan staan.
Als we naar het dorp lopen spreekt Hassan van de camping ons aan: we hebben geluk, uitgerekend vandaag is er in de Medina een Berbermarkt. Laten we nou net in de travel survival kit (=reisgids) gelezen hebben dat in elke stad elke Marokkaan je vertelt dat je geluk hebt, want dat er uitgerekend vandaag een Berbermarkt is en dat ze dat elke dag doen! Desondanks bedanken we Hassan hartelijk voor zijn informatie.
We bekijken op de kaart het eerste deel van de route, morgen gaan we naar Fès, daarna naar Marrakesh en daarna stopt het asfalt en begint de woestijn. We zijn nu echt begonnen en ik heb er reuze veel zin in!
Fès
[13 oktober 1996]
We blijken een verstekeling aan boord te hebben! Gisteren heb ik hem ontdekt in het zijvak van mijn rugzak. Het is Paddington beer, met in zijn rugzak een lange brief aan ons dat hij ook zo graag reist. We zijn nu al in Afrika dus vooruit dan maar, we schikken in. Ontzettend leuk om na een week opeens een pakje te vinden! Bedankt hoor.
Vandaag hebben we in Fès de medina (oude stad) met de souk (markt) bekeken. De medina overtreft alles wat de kit (= korter voor reisgids) belooft. We zien de ververij, de leerlooierij, de koperwerkplaats enz. enz. De nauwe straatjes, waar voortdurend ezeltjes lopen die met grote pakketten beladen (we zien ze ook met zeven (lege) kratten cola beladen), al de kleurrijke mensen en de piepkleine winkeltjes geven echt het gevoel dat je ver van huis bent.
's Avonds worden we door onze 'gids' naar de bushalte gebracht. Hij is ongeveer zeven jaar oud, spreekt Frans, Engels, Italiaans en Spaans en heeft de flair van een volleerde gids. Als het drukker wordt roept hij 'watch your money' en als de groep wat uit elkaar valt, stopt hij, leunt ontspannen tegen een paaltje en beveelt ons 'stay together'. Die redt het wel in zijn leven.
De stadspoort van Fès.
De volgende dag gaan we weer naar Fès en kopen we met z'n vijven groente op de markt. Afdingen leer je snel! Voor twee kilo aardappels betalen we nog vijf dirham (fl 1,00), de wortels kosten ook vijf, maar als ik drie dirham bied, krijg ik ze gelijk. Ik heb dus te veel betaald! Ondertussen weet heel de markt dat er vijf gekken zijn, die veel te veel voor alles betalen. De aubergines starten op zeven, ik bied weer drie, vervolgens komt een concurrerende verkoper vertellen dat twee goed genoeg betaald is. Iedereen komt zich ermee bemoeien en de aubergine-handelaar die zijn winst terug ziet lopen, foetert zijn collega's uit. Met een vriendelijke handdruk maken we de handel af op drie dirhams, dat verdient hij wel vind ik. Voor dit soort ontmoetingen ga je op reis. Aardappels, wortels, tomaten, paprika's en aubergines voor twintig man, voor zeker twee dagen voor vijftien dirham (= fl 3,00). De paprika's koopt ons kleine gidsje van gisteren voor ons. Hij is opeens weer uit het niets opgedoken.
Marrakesh
[17 oktober 1996]
Marrakesh.
In twee dagen rijden we naar Marrakesh. We overnachten tussendoor bij de watervallen van Ouzoud, die omschreven worden als de mooiste van Marokko en ze zijn ook mooi. Er zijn dan ook gelijk massa's souvenirstalletjes en zelfs een hotel. De hoteleigenaar probeert ons wijs te maken dat we niet mogen kamperen en wil ons voor tien dirhams per persoon in zijn hotel hebben. Dat is niet duur, maar als je de kamer ziet, lig je toch liever in je tent, extra huisdieren (vlooien, luizen) hoef je niet meteen de eerste week (het water doet het trouwens ook niet).
Marrakesh is duidelijk meer toeristisch dan Fès. Onderweg worden we diverse malen aangesproken door zogenaamde 'gidsen' en ook treffen we het. Laat er nou net vandaag een Berbermarkt zijn! Het grote plein van Marrakesh overtreft alles wat je ervan verwacht: waterdragers die (tegen betaling) steeds op de foto willen, slangenbezweerders, verhalenvertellers, mensen met apen en kruidendokters met enorme hoeveelheden potjes en flessen. Om vijf uur verandert het plein volledig: overal worden eettentjes opgesteld en binnen een mum van tijd zitten overal mensen te eten en alles ziet er nog schoon en smakelijk uit ook. Vanaf dakterrassen (waar uitsluitend toeristen zitten) kan je het hele plein overzien en dat is enorm leuk.
Richting Mauritanië
[20 oktober 1996]
Steeds vlakker, leger en erg veel zand.
We hebben inmiddels Marrakesh achter ons gelaten en hebben de woestijn bereikt.
We rijden door de uitlopers van de midden Atlas en de hoge Atlas en dat is schitterend. Om aan te sluiten bij het konvooi vanuit Dakhla naar Nouadhibou moeten we in drie dagen naar Dakhla rijden (het blijkt dat hier nog wel een grotendeels goede asfaltweg loopt). Om die reden vertrekken we om zeven uur 's morgens en vlak voordat we weggaan zien we de zon boven de horizon verschijnen, heel mooi. Het landschap wordt steeds vlakker en kaler en er is heel erg veel zand in de Sahara. Vandaag loopt ook de temperatuur flink op en met de zeilen van de truck open en de warme rijwind lijkt het alsof je de hele dag vlak voor een te hard blazende föhn zit.
Ik moet niet vergeten te vermelden dat we al veel dromedarissen gezien hebben, vandaag minder want hier is zelfs voor hun te weinig te eten, kleine holletjes van onder andere hagedissen, witte ibissen, roofvogels en een leuk grijs groen vogeltje met een kuifje die het heel druk heeft.
Verder is er vanaf Marrakesh bij vrijwel elke plaats politiecontrole maar doorgaans zijn we daar vrij snel doorheen. In Mauritanië schijnt dat nog veel erger te worden.
[23 oktober 1996]
Ik schrijf nu vanuit Mauritanië. De afgelopen dagen hebben we globaal genomen besteed aan het uitrijden van Marokko en binnenrijden van Mauritanië. De eerste dag hebben L. en W. ons aangemeld in Dakhla voor het konvooi en de voorbereidende douane- en politie-activiteiten verricht.
Opstellen voor het konvooi.
De tweede dag moeten we voordat we met het konvooi vertrekken melden bij de politiepost en een formulier invullen (per vier tegelijk en twee aan twee in een schoolbank). Angstvallig zorgen we ervoor dat elke letter op het formulier hetzelfde is als op de registratielijst anders is er zeker extra vertraging. Daarna rijden we 400 meter van de politiepost naar de controlepost en om half drie is het konvooi eindelijk gevormd en vertrekt er een stoet van circa 30 voertuigen: onze truck, een Duitse luxere bus met 21 Duitsers die achter schuifluikjes slapen, een serie Peugeots en wat andere personenauto's die in Mali verkocht gaan worden, een serie jeeps en drie motoren. We moeten nog 400 km rijden (en Bertus kan niet zo hard over het slechte asfalt) en in het donker arriveren we met z'n allen op de politiepost waar we overnachten. Het is wel fijn dat het al donker is, want de plek heeft het meeste weg van een vuilnisbelt. Vanaf deze post vertrekken we de derde dag en komen dan in de 14 km niemandsland waar mijnen liggen. We zien ze echt vanaf de weg liggen en de Marokkaanse politie laat je dit dan ook verder alleen uitzoeken. Om kwart over tien zijn we bij het punt waar we de paspoorten weer terugkrijgen van de Marokkanen en ze weer in moeten leveren bij de Mauritaniërs, die met hun geweren en hun hele houding veel strenger zijn. Als ik aan de beurt ben bij de Mauritaniërs en beleefd mijn bril en petje af doe, vult hij mijn regeltje op zijn formulier zorgvuldig in. Als dat klaar is, pakt hij zijn fles water, drinkt een slokje, spuugt de helft uit in het zand en roept collega Youssef die van 200 m afstand aan komt lopen. Hij wil een sigaret van Youssef en een vuurtje van één van ons. Hij slaat zijn boek (met mijn paspoort erin) dicht, terwijl ik, mijn petje nog beleefd in de hand keurig sta te wachten. Als de sigaret eindelijk brandt, wordt het boek opengeslagen en vriendelijk knikt de man dat ik kan gaan. Ik bedank hem vriendelijk. Zo gaat dat nu eenmaal hier.
Naar Nouadhibou
Vanaf de douane worden we begeleid door de Mauritaniërs tot aan de controlepost van Nouadhibou. We gaan nu echt de zandbak in. Het is net een spannende rally, voortdurend opletten waar je het beste kan rijden en af en toe is het halt omdat er eentje vastzit. De Mercedes-personenauto is het eerst aan de beurt, hij staat tot aan zijn assen in het zand. Gedurende de tocht volgen er zeker nog vier die met vereende krachten weer uit het zand komen. Een auto (jeepje) breekt iets voor mij onbekends, maar vrij essentieels, maar ook die wordt opgelapt.
In het konvooi rijdt ook de (zeer goed uitgeruste) jeep van Schulz, een patserige Duitser mee. Schulz is gek. Hij haalt voortdurend in, is bij elke vastzittende auto haantje de voorste, verkleedt zich onderweg zeker vier keer (eerst in militaire kledij, daarna loopt hij in djellaba (zo'n Arabisch gewaad) en roept daarbij 'Salem Maleikem!'). Verder deelt Schulz kauwgom en ansichtkaarten met muziek uit aan officiële personen. Hij heeft handschoenen aan met Mickey Mouse erop, maar omdat die vies geworden zijn, vervangt hij ook die voor hagelwitte!
Om half zes worden we losgelaten. We zijn in Nouadhibou, de eerste plaats in Mauritanië. Met veel geregel krijgt het konvooi zijn paspoort terug, maar even later wordt die weer ingenomen, niemand weet waarom. Omdat de douane/politie lange tijd nodig heeft om daar over na te denken, besluiten ze dat het verstandiger is de paspoorten morgen terug te geven. We kunnen nu niet weg van de controlepost en even later wordt geroepen: 'Camping ici' (hier kamperen). Vanavond staan we dus met het konvooi te kamperen op de controlepost. Overigens schijnt het verschil met de camping niet echt groot te zijn (behalve dan een w.c. en waarschijnlijk water). Overigens regelt Schulz dat hij naar de camping mag en vertrekt in het stikdonker (alweer in een andere outfit). In tegenstelling tot wat je zou verwachten is het hier nu ('s avonds kwart over negen) koud en vochtig. (We zitten aan de kust en wind van zee is vochtig). Gisteren hadden we alleen de binnentent opgezet en de slaapzak is nu doornat.
Ik ga proberen morgen deze brief te posten, als dat niet lukt doe ik het volgende week in Nouakchott (= hoofdstad van Mauritanië).