Rondzendbrieven wereldreis > Rondzendbrieven > 08: Kameroen divers
Wereldreis, Afrika: brief 8

Wereldreis, Afrika: brief 8

[20 december 1996]

Garua

Ik heb geen idee welke brieven aangekomen zijn en welke niet. Gisteren hebben we de zevende brief gepost in Garua in Kameroen. Voor de zekerheid hebben we ook van deze brief kopieën gemaakt, de kopieën zullen we apart opsturen.

In Garua hebben we weer eens in een hotel overnacht en onszelf kunnen douchen en de kleren laten wassen. Het eerste deel van de kleren (overhemden, lange broeken en handdoeken) krijgen we keurig gestreken terug. De rest (ondergoed en sokken) hangt nog te drogen. Op verzoek van de baas rekenen we vast af. 's Avonds als we terugkomen van het eten is de baas weg, we gaan 's morgens al weer vroeg weg en willen dus de rest van de was terug. Rik vindt bijna alles terug op de waslijn, alleen van alle twee de paren dikke sokken ontbreekt er een. Bij navraag bij de receptie snapt niemand ons, dan maar tot morgen wachten. Ook de volgende ochtend duurt het zeker een half uur voordat ze begrijpen wat er mis is. Steeds wordt er weer iemand bijgehaald en weggestuurd met een boodschap, maar van de sokken geen spoor. Wel probeert iemand met de twee verschillende sokken op schoot ze gelijk te kijken. Hij staart er zeker vijf minuten naar, voelt aan binnen- en buitenkant (één geitenwollensok en één badstofsok, allebei grijs, de één lichtgrijs en de ander donker) en vraagt tenslotte aan mij of ze echt niet bij elkaar horen. Om even over zevenen 's morgens arriveert de baas van gisteren, maar ook hij kan het sokkenmysterie niet oplossen. Uiteindelijk verrekenen we de schade met de prijs van de hotelkamer. Rik zal Afrika verder door moeten met twee verschillende sokken. Ben benieuwd of we ooit nog de Afrikaan tegenkomen met dezelfde sokken-combinatie! (De sokken zijn of door de wasman of door een passant van de waslijn gestolen, alleen hebben ze niet goed gekeken).

Zoon van de village-chief

Verder ontmoeten we in een restaurant in Garua de zoon van de village-chief van Oudjilla. We begrijpen hem eerst helemaal niet, hij wijst op onze kit en zegt dat zijn vader de baas van Oudjilla is. Eerst denken we dat hij ons mee wil tronen naar een nachtclub die Oudjilla heet en waar zijn vader de baas van is, maar na een poosje hebben we het door: Oudjilla is een dorpje en de village-chief wordt in de kit genoemd, hij heeft 47 (of 49, maar wie kijkt er op een paar) vrouwen en 109 kinderen. De jongen van het restaurant is één van de 109 en heel trots dat zijn vader in onze kit staat. Hij kent trouwens wel al zijn broers en zussen.

[24 december 1996]

Rijdagen

Slechte wegen.

Slechte wegen.

Vanaf vrijdag tot en met nu hebben we rijdagen gehad. Behalve het allereerste stukje en vandaag waren de wegen heel erg slecht zodat we behoorlijk door elkaar geschud werden. Onderweg zien we ook veel vrachtwagens die het niet gehaald hebben. Op het eerste stuk asfaltweg ligt er een dwars over de weg met zijn wielen in de lucht (dus echt op zijn kop). Later zien we nog een waarvan de aanhanger op zijn kant staat. Kennelijk staat hij er al een tijdje, want alle flessen mineraalwater zijn al afgeladen.
Het landschap is erg mooi, we rijden een paar dagen lang door de heuvels.
De weg loopt meestal bovenlangs, zodat we schitterende uitzichten hebben. De dorpjes die we de eerste dagen passeren zijn tamelijk traditioneel, meer naar het zuiden zien we meer stenen huizen en golfplaatdaken. Het blijft heel leuk om zo in vijf rijdagen het landschap en de mensen en hun dorpjes te zien veranderen.

Buea

We zijn nu in Buea bij Mt Kameroen helemaal in het zuiden van Kameroen en zitten nu weer in de klamme hitte (vannacht valt dat nog mee omdat we op 1000 meter zitten). Morgen gaan drie mensen de berg op. Ze moeten in twee dagen 3000 meter klimmen (en ook weer dalen). Het zijn alle drie fanatieke bergbeklimmers, dus het zal ze vast lukken. Wij gaan morgen met de truck door naar Douala.

Alhoewel we geen berg beklommen hebben, hebben we wel vandaag een nieuw record gevestigd. Het heeft drie kwartier en in totaal 7% gekost om onze traveller cheques in te wisselen. Pas bij de derde bank waren ze daartoe bereid (zij het dus met de nodige moeite). Naast de 5% commissie moesten we 3,30 aan kopieerkosten betalen en ongeveer 4,00 belasting. Verder moesten ze ons aankoopbewijs, ons adres in Kameroen en Riks beroep weten en keurden ze bijna ons visum af, maar uiteindelijk is het ons gelukt om de bank toch nog voor Kerst geld te ontfutselen.

Vandaag hebben we onderweg (nu we in het meer tropische gedeelte komen) heel veel koffieplanten en koffiebonen die liggen te drogen gezien. Je ziet de bonen echt van rood (net geplukt) tot bijna zwart. In de schilletjes zitten dan de twee koffieboontjes die nog zacht zijn. Heel leuk, hadden we nog nooit zo gezien. We zien ook gigantische bananenplantages. Wat ik steeds vergeet te schrijven is dat we massa's Afrikaantjes zien en dan bedoel ik geen Afrikaanse kindertjes maar de tuinplanten. Het enige verschil met 'onze' Afrikaantjes is dat ze wel 2 meter hoog zijn, een raar gezicht als je ze voor het eerst ziet.

In één van de vorige brieven heb ik geschreven dat ik een nieuw horloge had gekocht, omdat de mijne het met alle vocht begeven had. Ik heb toen ongeveer twee dagen de luxe van twee werkende horloges gehad, maar inmiddels hebben we vandaag (voor een tientje) een derde horloge gekocht, ze deden het geen van beide meer. Het is goudkleurig (of nee, echt van goud: aan de binnenkant staat 18k. gold!) met een zwaar geplastificeerd bandje. Ben benieuwd hoe lang deze het doet.

[26 december 1996]

Kerst in Buea

Kerst in Buea.

Kerst in Buea.

Eerste kerstdag hebben we in afwijking van het oorspronkelijke plan doorgebracht in Buea (bij Mt Kameroen). Gisteren (kerstavond) was het erg gezellig in Buea en een deel van de groep heeft tot in de kleine uurtjes doorgehaald, waardoor ze 's morgens niet echt aanspreekbaar zijn. Bovendien is de geplande overnachtingsplek in Douala vol, is Douala niet echt een veilige stad en eerste Kerstdag niet de gemakkelijkste tijd om een andere plek te zoeken. Wij vinden het prima, we scharrelen zo'n beetje de hele dag in het plaatsje rond en bekijken hoe de mensen hier kerst vieren. Het zuiden van Kameroen is behoorlijk christelijk en Kerst wordt dan ook echt gevierd. De kerkdienst wordt niet overgeslagen en 's morgens is er ook nog markt en zijn de straatwinkeltjes open. 's Middags zijn die bijna allemaal dicht en flaneert iedereen zo'n beetje op straat, drinkt wat op één van de vele terrasjes en loopt in zijn allerbeste kleren. Mannen vrijwel allemaal in pak met stropdas, vrouwen in hun sjiekste jurk. De kinderen zijn het allerleukst, de jongetjes of in nette kleren of met pakjes met een vlinderstrikje, de meisjes in jurkjes die zonder uitzondering roesjes, strikjes en kantjes hebben en als het even kan meerdere laagjes over elkaar. De dag is een soort combinatie van Kerst en koninginnedag in Ede. Verder is het ook een verwendag. Kinderen krijgen ijsjes, ander snoep, ballonnen en cadeautjes. Zelf gaan we ook een poos op een terrasje zitten om alles rustig op ons in te laten werken en te bekijken. Leuk!
De kinderen gaan naar ons idee ook de huizen in het dorp langs om iedereen prettig kerstfeest te wensen. Vandaag wordt ook tegen ons heel vaak 'Hé whiteman, merry christmas' geroepen.

Kerstdiner

Ons kerstdiner mag ik jullie niet onthouden. Tussen de middag hebben we (in Tandoohut) prima gegeten en aangezien er weinig restaurants te vinden zijn en nog minder die 's avonds open zijn, gaan we er 's avonds weer heen. Er zitten dan al zes mensen van de groep die al besteld hebben, wij sluiten aan en bestellen rijst met bonen. Als vijf van de zes anderen hun eten gehad hebben (één groepsgenoot heeft niets en krijgt vooralsnog ook niets, haar bord is per ongeluk naar een andere tafel gegaan), komen ze vertellen dat de bonen op zijn. We veranderen de bestelling in rijst met kip, maar dat kan niet. Het is rijst met bonen of kip met patat. We besluiten tot de kip met patat, maar na weer een poosje wachten komen ze melden dat de kip op is, de vis was trouwens vanmiddag al op. Er is wel vlees met patat, maar van onze reisgenoten krijgen we slechte berichten over het vlees. Dan maar de spaghetti, die was trouwens tussen de middag erg lekker, met een pittige tomatensaus. We krijgen nu inderdaad een bord spaghetti (na verloop van tijd). Jammer genoeg is kennelijk de tomatensaus ook op, want de enige garnering bestaat nu uit wat gebakken uitjes. De overgeslagen groepsgenoot krijgt ook geen kip meer, als onze borden al weer afgeruimd zijn, krijgt zij alsnog een omelet met patat. De omelet, patat en kip zijn in tegenstelling tot het vlees wel goed, zij het dat de kip wel zuinig uitgedeeld wordt: één klein drumstickje per persoon. Ik moet er wel bij vertellen dat we per persoon voor het eten ongeveer fl 1,35 betalen, dus echt klagen over een kerstdiner is dan wel heel kinderachtig!

Economie

Kameroen is van de landen die we tot nu toe gezien hebben het rijkste en meest westerse land, zeker in het zuiden. Zo zien we in Buea een tankstation dat 24 uur per dag open is en waar ook een soort Shell-shop bij is. Ook ander luxere dingen (elektra, werkende waterleiding, televisies en stereo-installaties) zie je hier meer. De televisie in bovengenoemd restaurant heeft verreweg het beste beeld dat we hier ooit op TV gezien hebben. Wel zit Kameroen wat de economie betreft niet heel goed in elkaar. Na het inzakken van de olieprijzen is het hard achteruit gegaan met als directe consequenties toename van de corruptie en vooral in de grote steden toename van geweld en misdaad. We zijn nu in Douala en bij een heleboel winkels staan bewakers. ‘s Avonds of 's nachts hier over straat zwerven wordt ook ernstig afgeraden.

[27 december 1996]

Missiepost Douala

Gisteravond hebben we ons kerstdiner dik ingehaald. We blijken bij aankomst in Douala toch, zoals gepland, bij de katholieke missie terecht te kunnen, waar de truck veilig binnen kan staan. Op de missie werkt broeder Jan, een uitermate vriendelijk man van tegen de 70. We willen samen naar Korup National Park (een tropisch regenwoud dat zeer de moeite waard schijnt te zijn) een kleine driehonderd kilometer van Douala af op de grens met Nigeria. Met openbaar vervoer staat er standaard twee reisdagen voor en omdat we weer op tijd bij de truck willen zijn om mee naar Yaoundé te reizen is dat in verhouding wat veel. We besluiten om Broeder Jan te vragen of die kan bemiddelen, zelf in het op geld beluste Douala iets regelen lijkt ons onverstandig. Broeder Jan weet inderdaad een zeer betrouwbare chauffeur voor ons, alleen is die als wij de Broeder spreken even weg. Als de chauffeur opgetrommeld is, is broeder Jan eerst zoek, dan lunchen en daarna rusten, maar om vier uur 's middags is iedereen present en we spreken af dat de chauffeur ons morgen (de 27ste) om half negen afhaalt en naar Kumba (135 km onderweg naar het park) brengt en ons de 31ste daar weer ophaalt. Vanaf Kumba is de weg slechter, hij kan daar niet rijden, dus vanaf Kumba gaan we dan met openbaar vervoer verder.

Gezien de tijd die het geregel voor het park heeft gekost, kunnen we de rest van de dag in Douala niet veel doen en lopen we zo maar wat rond. De stad is zeer verwarrend, het heeft het drukke en luidruchtige van Afrikaanse steden, maar mist het gezellige en vrolijk rommelige van de overal elders aanwezige straatstalletjes en het echte straatleven. Wel heeft het de onaangename aspecten van de grote stad: je kijkt voortdurend over je schouder, houdt je hand op je knip en de mensen komen onvriendelijk over. Voor het eerst zien we een echte Benettonwinkel (zonder prijskaartjes aan de kleren).

Dan nu het eten. We eten op de missie en het eten is perfect. We beginnen met soep en vermicelli en stokbrood, gevolgd door rijst, aardappels en diverse soorten vlees: kip, gehakt (heerlijk gekruid en waarschijnlijk lamsgehakt) en overheerlijke kalfstong. Alles ook nog met heerlijke saus erbij. Bovendien staat er rode wijn op tafel en is er een toetje: watermeloen, bananen en heerlijk smakende kaas (we eten al die tijd alleen maar 'la vache qui rit'-blokjes smeerkaas, dus smakelijke kaas is echt feest).
Ook de kamers bij de missie zijn prima: bedden met hele schone lakens, schone douches en toiletten, airco op de kamer en (en dat hebben we nog nooit meegemaakt) een schone handdoek per persoon. Bovendien is er een zwembad (niet op de kamer, maar buiten). 's Avonds zitten we volledig tevreden op de kamer genietend van al het schone om ons heen en nagenietend van zwembad, eten en wijn. Ik moet toegeven dat je voor al deze goede dingen niet naar Afrika hoeft te gaan, maar toch vinden we het alletwee feest op tweede kerstdag.

Naar Korup National Park

Vandaag zijn we met de chauffeur die Fidèl heet en inderdaad heel vriendelijk en behulpzaam is op pad gegaan. Speciaal voor ons is de auto van binnen en buiten gepoetst. Een deel van de weg kennen we al, omdat we die al vanaf Buea naar Douala hebben gereden. De eerste stop is de benzinepomp, waar wij voor de heenreis de benzine betalen, maar waar we wel meteen een kopje koffie krijgen.
De tweede stop is even buiten Douala, waar Fidèl zijn taxinummer en tarievenblad afplakt, hij mag buiten de stad geen passagiers oppikken. De derde stop en nog veel meer is politiestop; met de truck komen we daar altijd snel langs, maar nu moet elke keer het paspoort en het visum getoond worden. Zoals het hoort krijgen we onderweg ook een lekke band, die Fidél wonderlijk vlug verwisselt en die even later bij een bandenplakker langs de weg gemaakt wordt. Een van de politieposten (waar één man 'Praying together' zit te lezen en de ander zit te drinken (whisky o.i.d.)) weet er ook nog een boete uit te slepen. We zijn in een andere provincie en de tarievenkaart is fout afgeplakt. Hij is één keer diagonaal afgeplakt, en het moet met een volledig kruis:

Fidèl is behoorlijk kwaad over de boete (en terecht). Al met al zijn we om kwart over twaalf in Kumba waar we eerst naar de bank willen om ons uitstapje te kunnen betalen. De bank is open en neemt ook nog traveller cheques aan, wat gezien onze eerdere ervaringen twee wonderen tegelijk zijn. Fidèl informeert in de tussentijd naar de prijs en vertrekplaats van de bushtaxi's richting park (we moeten naar Mundemba) en Rik en Fidèl gaan samen kijken of wij de 30ste bij de missie in Kumba kunnen slapen, terwijl ik wacht op de geldtransactie bij de bank. We kunnen niet bij de missie, maar regelen een ander hotel en gaan vervolgens naar het (chaotische) busstation. We moeten eerst met een taxi naar Ekendo en daar overstappen naar Mundemba. De taxi vertrekt zodra hij vol is en vol is heel vol in Afrika: vier volwassenen op de achterbank en wij samen op de voorstoel. Na een uurtje moet er nog een oud omaatje mee, die gelukkig heel klein en tenger is. Oude mensen worden hier met respect behandeld. Oma mag op de chauffeursstoel zitten, de chauffeur schuift gewoon een beetje opzij. Onderweg tot aan Ekendo hebben we minstens acht politie- en stadscontroles, waarbij we vrijwel steeds ons paspoort (en de andere passagiers hun identiteitsbewijs) en soms zelfs ons vaccinatieboekje moeten laten zien. Eigenlijk verwacht ik dat ze ook wel willen weten of ik m'n tanden wel gepoetst heb!
Bij navraag vertelt de chauffeur dat de controles er altijd zoveel zijn en dat het niet door ons komt (als enige blanken). We zitten in het grensgebied met Nigeria en dat is de reden. Ook een buskaartje kopen zonder paspoort is onmogelijk.

Om tegen vieren zijn we in Ekendo van waaruit we dan gelukkig nog verder kunnen reizen dezelfde dag. Eerst proberen ze ons samen in een auto te praten, we moeten dan 'gewoon' voor alle zes de passagiers betalen, maar later is er toch een reguliere taxi zij het met erg, heel erg veel bagage. De achterklep moet omhoog geduwd worden om alles mee te krijgen. Onze bagage staat dan nog steeds naast de auto. Wij zien echter een bergplaats over het hoofd: doordat de achterklep open staat, ontstaat er laadruimte tussen de achterruit en de achterklep en daar komt onze bagage samen met het reservewiel. De weg naar Mundemba is ontzettend slecht, soms zijn er alleen maar heel grote keien en de achterbank is hard en niet breed genoeg voor ons vieren, maar toch komen we (met bagage) om half zeven in Mundemba aan. (Voor de zekerheid hebben we het rugzakje met de fototoestellen maar niet achterop gebonden.)

In Mundemba roepen ze gelijk 'welcome' en willen ze weten waar we naar toe willen. We weten (dankzij de kit) wel een naam van een hotel, maar niet waar het is. Als iemand ons voor 500 CFA's (fl 1,70) daar naar toe wil brengen accepteren we dan ook. Het tweetal (chauffeur en bagageman) is uitermate vriendelijk, vertelt dat er alleen aardige mensen zijn in Mundemba en zet ons keurig bij het hotel af. Ze proberen van de hotelbaas een biertje te krijgen, ze hebben hem immers klanten gebracht. De baas ziet daar het redelijke van in en zegt tegen Rik: 'Ik geef ze allebei een biertje.' Waarop Rik zegt: ' En ik moet de biertjes betalen?'. Ja dat is de bedoeling. 'Het is Kerstmis', roept een van de twee. We moeten allebei zo lachen om de manier waarop het gaat, ze mogen hun biertje hebben.

[1 januari 1997 (!)]

Korup NP

We zijn inmiddels alweer in Kribi, aan het strand in Kameroen en terug bij de groep. We hebben twee dagen met een gids in Korup National Park rondgelopen, een (primair) tropisch regenwoud en werkelijk schitterend. Omdat we de gids voor ons tweeën hebben, kan ik alles vragen wat ik wil en de gids vindt het ook leuk om zelf veel te vertellen. Van te voren heeft onze gids eten gekocht voor de twee dagen, wat onze drager samen met onze tas met gemak op zijn hoofd meedraagt. Het inhuren van een drager klinkt wel decadent, maar met 100% luchtvochtigheid en de temperatuur van hier presteer je een stuk minder dan normaal. Alles bij elkaar (water, eten, overnachtingsspullen) heb je best veel bij je, daarnaast zijn de dragers ook blij dat ze werk (en goed eten) hebben.

Mundemba.

Mundemba.

De tocht door het regenwoud is geweldig, maar nauwelijks in een brief weer te geven, tenzij je een getalenteerd schrijver bent. Het heel dichte groen; overal de lianen, de hele dikke enorme hoge bomen, alle geluiden (de cicaden maken het meeste herrie van alles) en het vochtige klamme weer, het is enorm om daar zomaar rond te lopen. We overnachten ook in het park, waarbij onze gids erop staat dat hij ons eten maakt (rijst, tomatensaus, haring in tomatensaus). Hij zit er wel over in dat er te weinig borden en geen mokken zijn. Maar wij kunnen best samen van één bordje eten en van een lege fles mineraalwater maakt de gids (die Chief Jozef heet) mokjes. 's Avonds om zes uur is het donker, maar dan ook echt heel donker, tot negen uur zitten we buiten na te praten en te genieten van alles om ons heen. De enige lichtjes die we hebben zijn van de vuurvliegjes, onze zaklantaarns (absoluut onmisbaar hier) en een kaars van chief Jozef.

De tweede dag spreken we af om vroeg op te staan, omdat we dan kans hebben dat we apen zien. Aangezien je toch binnen vijf minuten volledig doorweekt bent hier heeft het weinig zin om schone kleren aan te doen, alles is zo weer vies. Toch is het even doorzetten als je 's morgens weer je shirt aan moet dat nog nat is van het zweet van gisteren (Na twee dagen lopen komt er van ons allebei een ongelofelijke gore lucht af.) In plaats van het rondje voor het ontbijt dat wij in gedachten hadden, sjouwt Chief Jozef drie uur lang heuvel op, heuvel af met ons rond, maar we zien tot twee keer toe apen: eerst de red-tailed monkey daarna de white nose monkey; allebei kleine apensoorten. We horen ook nog de makaby. Het dominante mannetje van de groep gaat enorm te keer om de rest van de groep te waarschuwen dat er gevaar (wij dus) dreigt. Terug op ons kamp zijn we best toe aan ons ontbijt (wit brood, thee, water met maggiblokje om het zout aan te vullen). Daarna trekken we voor de tweede keer die dag ons natte shirt aan en lopen terug naar het begin van het park. De toegang tot het park bestaat uit een 120 meter lange hangbrug met aan één kant een steile ladder van negen meter en aan de andere kant één van elf meter, niet echt leuk als je hoogtevrees hebt, maar Rik gaat er (met knikkende knieën) wel over!
[Helaas hebben we geen goede foto van deze hangbrug. Op de website van het park kun je de brug zien. De fraaie trap die je daar ziet met overloop-platforms, was er toen zeker niet. In plaats daarvan was er aan beide zijden één loodrechte ladder van de grond tot het begin van de brug.]

Terug uit het park worden we afgezet in het hotel, waar we de kleren op de vloer te drogen leggen, douchen en na de twintig kilometer, een enorm bord eten en twee grote flessen bier per persoon om tien uur 's avonds als een blok in slaap vallen.

Terug naar Kribi

Vanaf het park reizen we in twee dagen terug naar Kribi. De eerste dag van het park (Mundemba) naar Kumba met openbaar vervoer. Het openbaar vervoer bestaat hier uit personenauto's die vertrekken als er voldoende (zes) passagiers voor de bestemming zijn. Je zit dus standaard met vier volwassenen achterin en drie (chauffeur en twee passagiers) voorin. We overnachten in Kumba, waar we de hotelkamer delen met een hagedis, een muisje en een kakkerlak. We snappen inmiddels waarom de bedden hier niet tegen de muur staan, de beesten kunnen dan niet van de muur in je bed vallen (de muis kan ook over de muur lopen). Bij vertrek strooi ik onze koekkruimels op de vloer, hoort wel niet, maar dan heeft de muis ook een leuk oud en nieuw.

Wij worden keurig op tijd opgehaald door onze taxichauffeur uit Douala (Fidèl) die ons naar Kribi brengt, waar de truck en een groot deel van de groep is. Oud en nieuw vieren we niet echt spectaculair, we luisteren naar het bandje van Youp van 't Hek met de oudejaars-conference van vorig jaar. R. heeft wat vuurwerk, maar eigenlijk is iedereen blij als we naar bed kunnen. Zo laat blijven we nooit meer op.
Vandaag houdt iedereen een luie dag, wij zitten nu in de schaduw bij de waterval die op 200 meter van de tenten is.

Hoe verder?

Morgen vertrekken we naar Yaoundé (hoofdstad Kameroen) en verder is het reisplan erg onzeker. Van steeds meer mensen horen we dat zowel de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) als Zaïre dicht zitten. Een Duits stel dat al twaalf jaar lang vier maanden in Afrika reist is bij de grens met CAR gestrand en ook andere berichten zijn niet optimistisch. Alternatieven zijn moeilijk. Terug naar Nigeria kan niet (we krijgen geen visum als buitenlanders), via Gabon, Congo en Angola is ook bijna onmogelijk (in verband met de regentijd en wachttijd visum). Wij kunnen nog wel ergens heen vliegen, maar Bertus onze truck niet. Inmiddels is er gefaxt met Ashraf, we wachten maar even hun berichten af, gaan morgen naar de ambassade van CAR en zien dan wel verder. Op dit moment denken we dat de kans dat we onze reis volgens plan voort kunnen zetten vrij klein is.
Zodra we meer weten en bericht kunnen sturen, zullen we via J. en M. laten weten wat we verder gaan doen.

Leguaan

Ik ben nog iets vergeten: onderweg naar Korup NP zagen we een grote leguaan oversteken. De chauffeur gaf vol gas en stuurde vol enthousiasme op het beest af, aangemoedigd door de passagiers. Hij heeft hem gelukkig niet geraakt!

Iedereen de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar. Ik zal proberen de volgende brief iets korter te houden. Deze brief gaat met de andere post morgen (of overmorgen) in Yaoundé op de post.

naar volgende pagina:
volgende: 09: Yaoundé