Rondzendbrieven wereldreis > Rondzendbrieven > 10: Yaoundé - Brazzaville
Wereldreis, Afrika: brief 10

Wereldreis, Afrika: brief 10

[12 januari 1997]

Pendelen tussen Yaoundé en Douala

Afgelopen donderdag de negende rondzendbrief gepost in Douala. Verleden week dinsdag (7 januari) zijn we vanuit Yaoundé weer naar Douala gegaan. We gaan weer logeren bij de missie daar, met schone kamers, douches, bedden, het zwembad en het goede eten. We moeten nu wachten op de ambassade van Gabon, die moeten van Libreville (hoofdstad) toestemming krijgen om aan onze visa te beginnen en dat duurt zeker tot vrijdag, maar waarschijnlijk tot maandag (de 13de). In de tussentijd zitten we in Douala veel prettiger en de rest van het regelwerk kan ook vanuit daar gedaan worden.

Inmiddels is de truck weer schoon, gespoten tegen ongedierte, al het las- en sleutelwerk is gebeurd en Bertus zit vol met eten en met ruim honderd rollen WC-papier. Er zijn vier grote balken aangeschaft (voor brug en wegenbouw), zeil als afdak om onder te koken en ter versterking van het vast niet meer waterdichte grondzeil van de tent en touw. De sneeuwkettingen (!) zijn niet gelukt, ze gebruiken ze hier zelf ook om meer grip op de modder te krijgen.

Vanmorgen zijn we vanuit Douala vertrokken en nu zijn we weer terug in Hotel Afrique in Yaoundé. Morgen gaan we achter de visa voor Gabon aan en hopelijk kunnen we dinsdag dan op pad.
De eerste avond in Douala hebben we bij de pizzeria gegeten en het gehad over wat je als eerste zou eten als je weer thuis was. Voor Rik was dat boerenkool met worst, vooral vanwege de rookworst en voor mij een bruine boterham met echte kaas.

Kaas

De volgende dag vinden we een onwaarschijnlijk reclamebord bij een klein winkeltje, dat verder vrijwel niets heeft. Wat kondigt het bord (eigenlijk is het geen bord maar met een krijtje op de deur geschreven) aan: Te koop: Hollandse Kaas, 100 francs (= CFA, 33 ct) per plak. Op verzoek toont de jongen die de winkel runt ons een stevige Nederlands uitziende kaas. De plak die we kopen smaakt uitstekend (extra belegen, mogelijk niet-Nederlands, maar Zwitsers) en zou je in Nederland absoluut niet voor dat bedrag krijgen. Een met Nederland vergelijkbaar broodje kaas kost ons vijftig cent! Waar hij de kaas vandaan haalt is een raadsel, als we al in luxe supermarkten fatsoenlijke kaas zien, vragen ze daar goudgeld voor (fl 10,00 voor een half pond).
Ook de dag daarna gaan we voor ontbijt, lunch en diner bij onze kaasboer langs. Als de winkel waar we steeds brood halen dan ook nog warm net vers gebakken bruin brood heeft is de maaltijd echt een compleet feest.

Boodschappen

We doen trouwens meer boodschappen bij de kaasboer. Hij verkoopt broodjes chocopasta. De chocopasta komt uit emmers van 3,5 kilo en dat kunnen wij in Zaïre ook best gebruiken. We willen twee emmers, maar zoveel heeft hij niet in voorraad. Met een brommertaxi gaat hij ze voor ons halen, wij wachten voor het winkeltje. Met een kruk met een stok erover geeft hij aan, dat zijn winkeltje even dicht is. De klanten die in de tussentijd komen zijn niet in het minst verbaasd dat de winkel zomaar even dicht is. Het geld voor de chocopasta en de brommertaxi moeten we bij voorbaat meegeven. Zo groot zijn hier de reserves niet.

Het extra WC-papier dat we nog in de truck kwijt kunnen kopen we ook bij hem. Ook die moet hij apart halen, 36 rollen van 250 CFA is voor hem een diepte-investering, hij heeft er vier in zijn winkeltje. We laten geld achter en de volgende dag kunnen we de bestelling ophalen. Met de berekening gebeurt iets zeer merkwaardigs. Zelf kan hij absoluut niet rekenen. Een paar boodschappen optellen en daarna wisselgeld uitrekenen kost hem zeker tien minuten en veel zweetdruppeltjes.
Voor de 36 rollen heeft hij zelf 9500 CFA betaald (terwijl 36 x 250 toch echt 9000 is). De groothandel heeft hem verteld dat dat komt omdat het er zoveel zijn en dat is nou eenmaal duurder. Verder was de taxi (het was ver) 500 CFA. Totaal dus 10.000. Daarna vraagt hij voorzichtig of hij nou wat voor de moeite krijgt, hij is toch voor ons op pad geweest en heeft zijn best gedaan. Aangezien wij denken dat niet hij maar de groothandel de oplichter is, geven we hem nog maar 500 CFA voor de moeite. Hij is helemaal opgelucht en wij weten nu hoe het komt dat 36 x 250 = 10.500 in Afrika. Hier leer je nog eens rekenen.

De rookworst voor Rik hebben we nog niet kunnen vinden. Wel eten we zaterdag op de missie heel lekkere zuurkool met worst (braadworst). Een aardig groepslid heeft voor toe appeltaart gebakken (met slagroom). De paters waarderen dit erg en naast de normale tafelwijn worden ook echte flessen Franse wijn opengetrokken. Qua eten en drinken redden we ons zo wel in Afrika!

Gisteren heb ik voor het eerst Riks haar geknipt. Reuze spannend, maar het resultaat valt 100% mee. Onze echte kapsters uit Ede zullen wel fouten zien, maar wij zijn wel tevreden met het resultaat.

[15 januari 1997]

Richting Gabon

Gisteren zijn we na een lange pauze weer op pad gegaan. Vanaf Yaoundé zijn we naar het zuiden richting grens met Gabon gereden. De eerste honderd kilometer (tot Ebolowa) is asfalt, daarna wordt de weg weer onverhard. Het landschap is erg mooi, we rijden steeds door het vochtige tropische regenwoud (wel secundair, dat wil zeggen dat er gekapt is en dat de oorspronkelijke soorten niet terug gekomen zijn, maar vervangen door andere soorten: bamboe, palmen, banaan). We steken veel riviertjes over, een deel van het landschap is ook moerassig. De bruggetjes zijn erg gammel en bij een brede rivier moeten we voor de zekerheid uit de truck, je voelt de brug doorzakken onder Bertus' gewicht. We overnachten vlak voor een pont waarmee we over moeten bij de kerk in een dorpje. Het kerkje (hout en steen met boomstammen als bankjes) is uitermate simpel. De bel van de kerk ook: tussen twee palen met een dwarsbalk hangt aan een touw een velg van een wiel. Door met iets op de metalen velg te slaan wordt de kerkklok geluid.

Pont

Vandaag arriveren we om kwart over acht bij de pont die dan nog niet vaart. De af- en oprit van de pont zijn erg steil en de verbinding tussen oever en pont ligt te diep. Er staan al auto's te wachten, maar als de pont gaat beginnen wordt Bertus naar voren geroepen.

Bertus moet het oprijstuk wat hoger op de kade trekken, helaas is Bertus niet sterk genoeg. De pont gaat eerst leeg naar de overkant om daar een grotere vrachtauto op te halen. Die kan wel het oprijstuk hoger op de kade trekken waardoor de loopplank minder steil komt te liggen.
Bertus moet nu gewoon op zijn beurt wachten, maar we vermaken ons wel met kijken. Personenauto's raken vrijwel allemaal de drempel in de oprijstrook en een heel grote vrachtwagen rijdt verbazend hard de pont op, waarbij zijn voorbumper dubbelklapt en er ventilator en radiatorkleppen afbreken. Als wij om half elf aan de overkant zijn staat de grote vrachtauto met lekke radiator daar nog steeds.

Vies verhaal

Ik zal jullie ook het (vieze) verhaal over het varken vertellen. Bij de kerk mogen we geen wc-papier achterlaten, bovendien staat het hele dorp te kijken wat we doen. Echt op je gemak poepen is er dus niet bij. Bij de pont hebben we alle tijd en bovendien is er plek genoeg om je terug te trekken. Overal hier lopen varkens, geiten en kippen rond zo ook hier bij de pont. De varkens zijn dol op poep; of ze je herkennen aan de houding, je gezicht of de lucht, ik weet het niet. Als je bezig bent hoor je geritsel en vervolgens blijft het varken op twee meter afstand staan wachten tot je het gebied vrijgeeft. Zodra je weg bent, dribbelt hij op zijn traktatie af en begint te eten. Als dat geen recycling is, weet ik het niet meer.

Grens Kameroen - Gabon

Kameroen uit en Gabon in gaat heel soepel. Bertus wordt niet gecontroleerd, wij hoeven niet persoonlijk te verschijnen en we krijgen toch keurig onze stempels. Kameroen zijn we precies op tijd uit. 16/12 zijn we binnengekomen in Kameroen en ons visum is dertig dagen geldig. Gabon is één van de rijkste landen van Afrika. Er is veel olie (en in 1990 nog een groot olieveld gevonden), mangaan, ijzererts en uranium. Vooral de mensen in de grote steden zijn daardoor relatief welgesteld en de werkloosheid is laag. Driekwart van het land bestaat uit tropisch regenwoud, maar ook hier wordt veel gekapt, zij het wel minder dan bijvoorbeeld in Kameroen. In veel dorpen zien we ook luxere stenen huizen en 's middags rijden we over een volledig misplaatst stuk asfaltweg, compleet met richtingborden over de weg en aangekondigde parkeerplaatsen, een kopie van een Franse snelweg dwars door het regenwoud.

[20 januari 1997]

Gabon - Congo

Er wordt flink gekapt.

Er wordt flink gekapt.

We schieten boven verwachting goed op. In vijf dagen zijn we van noord naar zuid door Gabon gereden. De eerste vier dagen hebben we uitsluitend door het regenwoud gereden, de laatste dag door savanne-achtig landschap.
De grens Gabon-Congo bereiken we om half vijf, maar voordat de douaneman opgetrommeld is (we moeten volgens de instructie van de politie in het laatste dorp even toeteren, dan hoort de douaneman het wel en komt ie ook) is het al te laat om in Congo een slaapplaats te gaan zoeken. Bij de douanepost is een grasveld waar we prima kunnen staan en we vragen of dat mag.
De douaneman heeft een beter idee: bij de grens komen veel bandieten langs, we kunnen beter bij hem op het erf staan. Het is bijna een camping: we mogen de wc gebruiken, water tappen uit de put en de generator blijft lopen tot dat wij naar bed gaan. We vragen ons af wat en of hij een tegenprestatie verlangt, maar niets van dat alles. De volgende ochtend krijgen we onze stempels en hij blijft even aardig en vriendelijk. Het enige wat er aan te merken valt is de aanwezigheid van een verkeerd afgestelde haan. Hij kraait al vanaf drie uur 's nachts, heeft een uitermate luide en duidelijke stem en kraait ongeveer één keer per twee minuten. Verslapen lukt zo niet.

In Congo is de douane ook al vriendelijk. We moeten even ons gezicht laten zien, waarbij het grootste probleem is tijdig te onderkennen dat ze jouw naam afroepen. Mijn voornamen zijn nog wel te herkennen, maar Riks achternaam is voor een Afrikaan een heel moeilijke naam om uit te spreken.

De mensen in Congo zijn heel open en vriendelijk. Het lijkt wel alsof iedereen het leuk vindt dat je langs rijdt, overal wordt enthousiast gedag geroepen en gezwaaid. Vooral kinderen vinden ons schitterend. Het leuke is dat als kinderen hier blij zijn, ze er ook ontzettende vrolijk uitzien met een lach van oor tot oor en liefst met twee handen zwaaiend. De eerste avond in Congo overnachten we op het schoolplein van het dorp. We worden als eregasten ontvangen: we mogen toilet en pomp gebruiken, er worden schoolbanken uit de school gehaald zodat we kunnen zitten en heel het dorp komt ons bezichtigen. Veel mensen knopen een praatje aan, over onze reis, over het dorp en over de presidentsverkiezingen in juli. Een jongen vraagt als hij hoort dat we uit Nederland komen of we daar Spaans spreken. Hij heeft twee cursussen gedaan en wil zo graag Spaans spreken. Ik zeg in het Spaans 'Ik heet Lydia, hoe heet jij?' en hij zegt zijn naam terug,. Daarna vraag ik 'Que tal?' (hoe gaat het met je?). Hij zegt dat ik Spaans moet praten, dan zal hij luisteren en antwoord geven in het Frans. Echt ver komen we niet (met al dat Franse gestuntel lukt Spaans opeens al helemaal niet), maar plezier hebben we wel.

Over het weer tot nu toe zijn we erg tevreden. We hadden verwacht in Gabon en Congo voortdurend in de regen te zitten, maar afgezien van twee buien op één dag tijdens het rijden hebben we het droog gehad. Prima zo, we kunnen best wachten tot Zaïre met nat en vies worden!
Morgen bereiken we naar alle waarschijnlijkheid Brazzaville. Daar wordt nogmaals met Ashraf gefaxt over de route door Zaïre. Ashraf heeft in de tussentijd zoveel mogelijk route-informatie verzameld. Als alles in Brazzaville nog steeds lijkt te lukken gaan we vandaar af het onbekende Zaïre in, zonder contact met de buitenwereld. Hoe lang we erover doen weten we nog niet, maar in Zambia laten we weer van ons horen en tot die tijd horen jullie niets van ons.

[21 januari 1997]

De woeste Congo rivier in Brazzaville.

De woeste Congo rivier in Brazzaville.

De laatste 150 kilometer tot Brazzaville hebben ons de hele dag gekost. De weg (gedeeltelijk asfalt, maar zo slecht dat je hier liever geen asfalt zou hebben) is zo ontzettend slecht, dat we ons tussen de middag afvragen of we het nog wel halen.

Als alles gaat zoals we hopen vertrekken we donderdag richting Zaïre. Morgen gaat deze brief dan op de post en maar hopen dat hij Nederland bereikt.

naar volgende pagina:
volgende: 11: Zaïre